In iedere relatie is er een Constante Afstand tussen twee mensen. Als één van de twee minder afstand bewaart tot de ander dan gaat het vaak mis. Deze theorie over succesvolle relaties komt uit de pen van Amerikaanse freelance schrijver Ethan Todras-Whitehill.
De wet van Constante Afstand
De wet werkt als volgt. Er zijn twee Constante Afstanden in iedere relatie. Als het goed is ontstaat er in elke relatie een natuurlijk evenwicht, waarbij iedere evenveel afstand voelt tot de ander. Op het moment dat dit evenwicht wordt verstoord, bijvoorbeeld door nieuwe plannen of ideeën van één van de twee, dan verdwijnt de balans. Op dat moment begint er een spel van "push and pull": afstoten en aantrekken om de ander op dezelfde Constante Afstand te krijgen als jij.
VoorbeeldTodras-Whitehill geeft een praktijkvoorbeeld in zijn artikel.Yolanda en Howard hebben nu drie maanden een relatie. Yolanda is advocaat, en Howard is schilder. Ze hebben een paar keer samen gegeten deze week, kijken soms een film samen, en slapen zo nu en dan bij elkaar. Op zondag verven ze elkaars teennagels. Hun Constante Afstand is in evenwicht.
Yolanda is tevreden met de relatie, maar ze wil meer. Haar Constante Afstand tot Howard wordt kleiner, maar die van Howard blijft gelijk. Dus begint ze te trekken aan Howard’s Constante Afstand, door hints te laten vallen over ringen en kleine kinderen. Ze koopt tandenborstels die op willekeurige plekken in Howard’s huis verstopt. Howard ziet dit gebeuren, en begint terug te duwen, om de Constante Afstand van Yolanda overeen te laten komen met die van zichzelf. Hij stopt met het snel beantwoorden van haar sms’jes en hij laat af en toe de Playboy op het toilet liggen (zie Fig. 1).
Maar dan gebeurt er iets vreemd. Yolanda krijgt het plotseling enorm druk op haar werk. Hoewel haar gevoelens ten opzichte van Howard niet veranderen, heeft ze minder tijd voor hem. Ze eten nog maar één keer per week samen – op haar vrije avond. Ze kijken geen films meer samen. Howard’s fles Moët & Chandon op de schoorsteenmantel stoft onder. Yolanda’s schema heeft haar Constante Afstand veranderd, en dit keer is Howard in een kwetsbare positie. Hij trekt aan haar, geeft haar bloemen en voetmassages (zie Fig. 2).
Yolanda’s klus op haar werk duurt een paar maanden. Ze geniet van de extra aandacht van Howard, maar heeft te weinig tijd om hem te geven wat hij nodig heeft. Maar de tijd verstrijkt en langzaam verandert Howard’s Constante Afstand. Op het moment dat Yolanda’s klus voorbij is, is Howard’s Constante Afstand hetzelfde als voor zij aan de klus begon. En omdat haar Constante Afstand nooit is veranderd — het leek alleen maar zo in de ogen van Howard — zijn hun Constante Afstanden weer perfect in evenwicht (Fig. 3).
Die theorie klopt inderdaad voor iedere menselijke relatie. Als er niet genoeg ruimte gelaten wordt, voelt één van van beiden zich bedreigd en verstikt. Dat is niet alleen bij mensen zo, dat is een algemene regel in de natuur, die wij hebben overgehouden. Maar voor een liefdesrelatie gaat die vlieger niet op. Een liefdesrelatie is niet “natuurlijk” zij is een typisch menselijk fenomeen dat verder gaat (of toch zou moeten) dan enkel maar een seksuele aantrekking, zoals in de natuur. Zo een relatie heeft als basis net het verlangen naar samen één zijn. Dat is dan weer in strijd met de noodzaak van ieder levend wezen aan een eigen vrije ruimte, die voor de ene al kleiner of groter is dan voor de andere. Daarom zijn sommige mensen niet in staat om gelijk welke relatie tot een goed einde te brengen. Zij voelen zich te snel bedreigd of belemmerd in hun persoonlijke vrijheid. Gewoonlijk is dat het type dat “zich door niemand laat commanderen”. Maar in een liefdesrelatie ligt dat anders dan in andere relaties. Als je je “gecommandeerd” voelt door de ander, of op één of andere wijze onderdrukt of belemmerd als mens, klopt er iets niet in die relatie. En dan komt het er niet op aan om nog meer afstand te creëren, maar integendeel meer toenadering, zodat dat probleem van de baan kan geholpen worden. Een echte liefdesrelatie zou om te lukken moeten zijn als een haardvuur, waarbij de blokken dicht genoeg bij elkaar liggen om elkaar te verwarmen en hun vuur te laten branden, maar ver genoeg van elkaar om elkaar niet te verstikken. Dat lijkt hetzelfde als de theorie van de Constante afstand, maar het is toch iets helemaal anders. Het gaat over een “comfortzone”, terwijl het bij de Constante afstand uitdraait op een soort van LAT relatie, waarin de sterkste (degene die de ander het minste nodig heeft) profiteert van de diensten van de ander, en die ander dumpt zodra hij/zij iemand ontmoet die op dat moment leuker lijkt. Dat zijn geen (liefdes)relaties. Daar komt zelfs geen liefde aan te pas. Enkel een (tijdelijk?) tegemoetkomen aan de noden van (meestal slechts één) van de partners. Je hoeft niet alles de hele tijd samen te doen in een relatie. Dat zou al gauw heel vervelend worden. Maar je mag de ander niet uitsluiten uit (een deel van) je leven. Want dan ontneem je de essentie aan je relatie; het samen één zijn met die ene die uniek is tussen de zes miljard anderen.